Het boek Hebreeën is een algemene brief (apostolische brief). Het is voornamelijk geschreven voor Hebreeuwse gelovigen. De auteur is anoniem, hoewel traditioneel Paulus of Barnabas als auteur werd aanvaard. Het werd rond 67 na Christus geschreven. Het doel was om de Heer Jezus Christus als volmaakt en superieur voor te stellen in vergelijking met alles wat het jodendom en het oude verbond te bieden hadden. De auteur schreef aan een groep christenen die hevig werden vervolgd en sommigen overwogen een terugkeer naar het jodendom. Hij vermaande hen zich niet af te keren van hun enige hoop op redding. • In de hoofdstukken 1-10:18 demonstreert de auteur herhaaldelijk dat Jezus Christus de meest vooraanstaande is boven de engelen: "Laat alle engelen van God Hem aanbidden" (1:6); over Mozes: "Hij is meer heerlijkheid waardig geacht dan Mozes" (3:3); over het oudtestamentische priesterschap, "door God aangewezen als hogepriester naar de ordening van Melchizedek" (5:10). De schrijver legt uit dat het Nieuwe Verbond groter is dan het Oude Verbond omdat Jezus het volmaakte, permanente offer was, in plaats van de oudtestamentische offers. De auteur presenteert ook de kracht en het gezag van het Woord van God: "Want het woord van God is levend en actief en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en doordringend tot aan de scheiding van ziel en geest, van zowel gewrichten als merg. en in staat om de gedachten en bedoelingen van het hart te beoordelen” (4:12). • In hoofdstuk 10:19-13 legt de schrijver uit dat Geloof superieur is aan het werk van het Oude Verbond. Hij schrijft: "Geloof is de zekerheid van dingen waarop wordt gehoopt, de overtuiging van dingen die niet worden gezien" (11:1). Hoofdstuk 11 is Faith's Hall of Fame, waar alle getrouwe personen uit het Oude Testament in dit hoofdstuk worden uitgelicht. Geloof in Jezus Christus is onze bron van redding, omdat Hij 'de auteur en volmaker van het geloof' is (12:2). Allen kunnen op Jezus Christus vertrouwen, wetende dat Hij “dezelfde is gisteren en vandaag en tot in eeuwigheid” (13:8).

BIB-305 Syllabus (nieuw).docx