Het boek Jakobus is een algemene brief (apostolische brief). Jakobus, de halfbroer van Jezus, schreef het ongeveer 48-49 n.Chr. Het was waarschijnlijk het eerste nieuwtestamentische boek (brief) dat werd geschreven. De belangrijkste persoonlijkheden van dit boek zijn Jakobus en vervolgde christenen. James schreef dit boek aan Joodse gelovigen om hen aan te moedigen een moedig christelijk leven te volharden en te leiden. James is een boek over praktisch christelijk leven dat een oprecht geloof weerspiegelt dat levens verandert. In veel opzichten lijkt het op het OT-boek Spreuken. • In hoofdstuk 1 leert Jakobus gelovigen om hun geloof te testen en 'te bewijzen dat u daders van het woord bent' (1:22). Jakobus moedigt gelovigen aan om hun geloof in daden om te zetten en dienstknechten van Jezus Christus te zijn. • In hoofdstuk 2-3 beschrijft Jakobus de relatie tussen geloof en werken. Hij leert dat een persoon van geloof zonder werken blijk geeft van nutteloos geloof. Wat heb je aan iemands geloof als hij het niet aan de wereld presenteert? De goede werken van een gelovige zijn een bewijs van hun geloof in Jezus Christus. Hij leert ook dat iedereen een zondaar is en dat als een van de 10 geboden wordt overtreden, die persoon zich schuldig maakt aan het overtreden van elk van hen: 'Want wie de hele wet houdt en toch struikelt op een punt, hij is schuldig geworden aan alle ”(2:10). • In de hoofdstukken 4-5 geeft Jakobus wijze instructies aan gelovigen. Hij zei: "Onderwerp u aan God, weersta de duivel en hij zal van u wegvluchten" (4: 7). Een getrouwe gelovige zal ernaar verlangen God hard na te volgen in dienst, gehoorzaamheid en gebed. In het laatste hoofdstuk benadrukt James het gewicht en de omvang van gebed voor elke gelovige. Hij gebruikt het woord "Gebed" zeven keer om het belang ervan aan te duiden. In het laatste vers van zijn boek drukt Jakobus de omvang van levend geloof in actie uit door te zeggen: “Mijn broeders, als iemand van u afdwaalt van de waarheid en iemand hem afkeert, laat hem dan weten dat hij die een zondaar afkeert van de dwaling van zijn weg zal zijn ziel van de dood redden en een groot aantal zonden bedekken. " (5: 19-20).

BIB-401 Syllabus.docx

BIB-401 Syllabus .pdf