Dit evangelie van Matteüs is verdeeld in acht secties die verschillende delen van Jezus' leven beschrijven. Het begint met de genealogie van Jezus die vaststelt en bewijst dat Hij een afstammeling was van koning David. Dit feit is belangrijk omdat het consistent is met de oudtestamentische beschrijving van de Messias. Het eerste deel beschrijft ook het wonderbaarlijke geboorteverhaal van Jezus. Het tweede deel van het evangelie beschrijft het begin van Jezus' bediening. Het beschrijft ook in detail het doopsel van Jezus en Zijn verzoeking door Satan in de woestijn. Na 40 dagen en nachten vasten weerstond Jezus alle verleiding. Het volgende gedeelte, dat begint in het midden van hoofdstuk 4 tot het midden van hoofdstuk 14, behandelt de verslagen van de bediening van Jezus in Galilea. Gedurende deze tijd geeft Hij opdracht aan de 12 apostelen, predikt hij de zaligsprekingen, verricht hij wonderen en leert hij veel lessen over zeer belangrijke onderwerpen, waaronder; overspel, echtscheiding, geven, bidden, oordelen, zorgen, schatten in de hemel en waarschuwingen aan mensen. In hoofdstuk 13 begint Jezus ook te onderwijzen in gelijkenissen om voorbeelden te geven van Zijn lessen. Jezus trekt zich terug uit Galilea in sectie vier en verricht het wonder door vijfduizend mensen te voeden met vijf broden en twee vissen (Matteüs 14:17). Hij loopt ook over water (Matteüs 14:25). Hoofdstuk 17 beschrijft de transfiguratie waarvan drie discipelen, Johannes, Petrus en Jakobus, getuige waren (Matteüs 17:1). Sectie zes geeft de terugkeer van Jezus naar Galilea en de voorspelling van Zijn dood aan. Het zevende deel dat begint in hoofdstuk 21 markeert de triomfantelijke intocht van Jezus in Jeruzalem op de rug van een ezel en eindigt in de berechting en kruisiging van Jezus aan het kruis als een offer voor alle zonden in de wereld. Het achtste en laatste deel beschrijft de gebeurtenissen van de opstanding en Jezus die de dood versloeg.

BIB-201 Syllabus.docx

BIB-201 Syllabus.pdf