Het genre van het boek Deuteronomium verschilt niet veel van dat van Exodus. Het is verhalende geschiedenis en wet, hoewel er een lied van Mozes is net nadat hij Jozua opdracht heeft gegeven. Dit lied beschrijft de geschiedenis die de Israëlieten hadden meegemaakt. Mozes schreef Deuteronomium ongeveer 1407-1406 v.Chr. De belangrijkste persoonlijkheden zijn Mozes en Jozua. Mozes schreef dit boek om de Israëlieten te herinneren aan wat God had gedaan en om hen te herinneren aan wat God van hen verwacht. De naam betekent letterlijk "Tweede Wet". Mozes geeft voor de tweede keer "de Wet". • In de hoofdstukken 1-4 bespreekt Mozes enkele details uit de geschiedenis van Israël, zoals de Exodus en de omzwervingen in de woestijn. Vervolgens dringt hij er bij hen op aan de wetten van God te gehoorzamen. • Vervolgens herhaalt Mozes in hoofdstuk 5-28 de tien geboden aan de Israëlieten. Mozes legt de principes en instructies uit voor een goddelijk leven als Gods uitverkoren natie. Deze omvatten hoe de Heer lief te hebben, wetten van aanbidding, wetten met betrekking tot relaties (zoals echtscheiding), en ook de gevolgen en straffen als deze wetten worden overtreden. • Hoofdstukken 29-30 is er een beweging om zich, als een natie, in te zetten en apart te staan voor God. Dit bestaat niet alleen uit het kennen van de vele wetten die God heeft geboden, maar ook uit het gehoorzamen ervan en het op de eerste plaats stellen van God. • Ten slotte, in hoofdstuk 31 tot en met 34, zien we de eerste verandering in leiderschap in Israël. Mozes, degene die hen de hele tijd heeft geleid, geeft zijn gezag aan Jozua en geeft hem de opdracht. Mozes zegent de stammen, wat ons herinnert aan Jacob die zijn zonen bijna 450 jaar eerder zegende. In het laatste hoofdstuk laat God Mozes het beloofde land zien, hoewel hij het niet kan betreden, daarna sterft Mozes, de dienaar van de Heer, op de berg Nebo.

BIB-108 Syllabus.docx